Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken. Geen enkele ervaring is voor niets.
Drieluik: de gepeste
Ze zit in de kast, weggedoken achter de kleding dat op hangers netjes op kleur is gesorteerd. Ze is zes jaar, bijna zeven. Haar blonde haren hangen los op haar schouders. Ze heeft haar roze nachtjapon aan. Met een zucht trekt ze haar benen op en leunt met haar hoofd op haar knieën.
Ze was net al buiten, maar wist niet waar ze naar toe moest gaan. Dus kroop ze onder in de kledingkast, waar de winterkleding wacht op de koude dagen die nog moeten komen. Hier voelt ze zich ongezien en veilig in haar eigen wereldje. Ze weet niet wat ze moet doen en hoe ze hiermee om moet gaan. Erover praten kan ze niet en bovendien mocht ze er met niemand over praten, anders… dus trekt ze zich terug en zet een masker op voor anderen. Alleen hier, onder in de kast, kan ze haar emoties laten gaan.
Ze voelt zich alleen en bang. Ze schaamt zich en voelt dat ze faalt. Ze doet alles wat hij zegt zonder weerwoord. Hij bepaalt waar ze zit, staat, wat ze doet, met wie ze praat en omgaat. Waarom laat ze dit gebeuren?
Haar moeder roept haar, ze zoekt haar jongste dochter. Met tegenzin komt ze tevoorschijn. ‘Waar was je nou? Kom ga je wassen en aankleden anders kom je te laat op school’. Tranen wellen op in haar ogen. Naar school is het laatste wat ze wil! Haar moeder ziet haar tranen en trekt haar op schoot. ‘Kind wat is er toch aan de hand? Je bent zo stil de laatste tijd.’ Hartverscheurend huilt ze in de armen van haar moeder. Schoorvoetend vertelt ze dat ze niet naar school wil omdat ze wordt gepest.
Uit de serie “pesten, een drieluik”: de gepeste, pester en pestimpact.
Regie op eigen leven
Een column over mijn moeder haar regie op haar eigen leven en haar wens voor euthanasie voor. Geschreven voor Carend.
’De arts geeft aan dat wanneer je niet meer bij kennis bent de euthanasiewens niet uitgevoerd kan worden. Dat vind ik heftig om te horen. Ik begrijp het niet.'
Lees column 'Regie over leven en dood' van dochter Marina Meijer:
www.carend.nl/column/regie-over-leven-en-dood
DE LIEFDE ANDERS LEREN VASTHOUDEN
Rouw en verlies is het loslaten
Loslaten van wat is weggegaan
Weg is hij, zij of het
Het is niet het loslaten van de liefde
De liefde anders leren vasthouden
Dat is het loslaten van rouw en verlies
Doorleven en door leven, de nuance zit in een spatie
Doorleven en door leven
Ze zien er hetzelfde uit
De nuance zit in een spatie
Een spatie van een lach en een traan
Een spatie van tijd en loslaten
Een spatie van ik heb een manier gevonden om met mijn leven door te gaan
Niet vergeten
Niet vergeten
Leef je voort
In onze herinneringen
In onze harten
Je wordt gemist
Niet ieder moment
Maar wel met regelmaat
Keren mijn gedachten terug
Naar de moedigste vrouw die ik ken
Jij, lieve en zorgzame vrouw
Mam, was je nog maar even
Wees wie en wat je wilt zijn, Nu en later
Vandaag ging ik met Stichting Komma mee. Als luisteraar, als leerling, om te voelen of het iets voor mij is.
Het is heel bijzonder om op deze manier een soort van deel uit iemands leven te maken. In een paar uurtjes doorloop je iemands leven. Een levensverhaal bestemd voor de partner en kinderen, waarvan je weet dat die op enig moment samen verder gaan zonder man en hun vader.
Het is een mooi stel, nog jong. Ze voelen en vullen elkaar aan. Hebben twee prachtige dochters en hebben onlangs elkaar het ja-woord gegeven.
Ze besluiten samen het gesprek te doen. Hij beantwoordt de vragen kort en bondig. Schiet af en toe vol, want praten over zijn emoties is niet zijn sterkste kant. ‘Niet van huis meegekregen.’ Zij is open en praat makkelijk. Samen geven ze het verhaal vorm.
Het voelt best intiem om zijn en hun levensverhaal samen te horen. Ze vertellen en ik vorm er in mijn hoofd beelden bij. Ik lach met ze mee als ze herinneringen ophalen. Ik voel de trots voor de woning, die hij bijna geheel zelf heeft gebouwd. En ik voel de liefde voor elkaar en hun meiden. Kort en bondig vat ik zijn boodschap samen. Heb lief, knuffel, wees wie en wat je wilt zijn, nu en later als je groot bent.
Dank je wel dat ik erbij mocht zijn.
Meer info via www.stichting komma.nl
Freedom, dat is wat ik je gun
Lieve Lea,
Jij mooie, lieve, bruisende, sterke en energieke vrouw.
Ik weet niet eens precies wanneer onze wegen elkaar kruisten. Volgens mij was het toen jij bij mij kwam om een armband te laten maken voor John. We volgden elkaars leven op Facebook. We gaven hartjes, duimpjes en reacties op elkaars berichten. En opeens waren we pennyvrienden in real life en hadden we diepgaande en mooie gesprekken.
Laat je luiken vallen en maak je wereld groter… jouw woorden toen we samen reden. Jij op je once in a life-time paard Okke en ik op mijn mooie Hidde. Je coachte mij en Okke was een steun voor Hidde om samen de weg naar buiten te ontdekken. Op een gegeven moment reden we op een grote open vlakte, een wei grenzend aan die van ons. In mijn hoofd speelden zich allerlei dingen af. Het stemmetje zei ‘wat een ruimte, wat als Hidde er nu vandoor gaat. Wat als… en precies op dat moment roep je “freedom’. Exact dat wat ik niet wou horen!!! ‘Hou je mond trut!’, roep ik. Je moet heel hard lachen en zegt dat dat het juiste woord voor nu is. Dat ik mij bewust moet zijn van dit moment en vooral mijn luiken open moet laten staan. Vanaf toen werd freedom ons codewoord.
Freedom, dat is wat ik jou nu gun Lea. Een leven vrij van pijn, de vele vragen in je hoofd, de stemmetjes, de af en toe zwarte wereld en je leven waarin je steeds iets van kwaliteit in moest leveren. Ik gun je een wereld zonder zorgen voor morgen.
Ik bewonder je Lea om je wendbaarheid. Om je aanpassingsvermogen. Ondanks dat je steeds iets moest inleveren, wist je volop te genieten van wat je wel kon. De kleine dingen werden nog specialer. En dit heb je naar mij en vele anderen overgedragen en meegegeven. Geniet van de kleine dingen, van je dierbare naasten, van je dieren, van de natuur, de bloemen. Geniet van wat er om je heen is, bloeit en groeit. Geniet van wat je hebt en koester het. Dat lieve Lea en nog veel meer heb jij aan ons gegeven.
Hoewel we nu afscheid moeten nemen van jouw leven, nemen we geen afscheid van je herinneringen die je achter laat. Ze leven door in onze harten en komen tevoorschijn op onverwachte momenten. Door bijvoorbeeld een geur, woorden of een lied.
Jolien deelde in je Facebookgroep een lied van Marco Borsato, Doe wat je altijd deed. De volgende zinnen uit dit nummer hadden jouw woorden kunnen zijn.
"Doe wat je altijd deed,
toen ik er nog was.
Leef elke dag voluit,
en met heel je hart.
Geniet alsjeblieft als je kunt,
elke dag voor mij.
Koester elk moment,
Het is zo voorbij.
Spring, lach en dans als een kind,
zet de schaamte opzij.
Zingen uit volle borst,
jaag je dromen maar na.
En als je me zoekt ben ik er altijd.”
Lieve Lea, iedere vlinder, (zomer)briesje of een briesje van de paarden brengen jou even terug bij mij.
En zoals je zelf schreef:
Niet ik was, maar ik ben, ik ben er nog..
Dank je wel lieverd dat je er bent …
Jij mooie, grote man…
Lieve A3,
Jij mooie, grote man!
Groot in je persoonlijkheid, groot in je hart en ja ook groot in je fysieke aanwezigheid.
Groot in je persoonlijkheid
Er zijn maar weinig mensen die echt oprecht luisteren naar een ander. Echt horen wat er wordt gezegd. Jij bent een van die weinigen. Je was altijd oprecht geïnteresseerd in wat ik deed, hoe ik mij voelde of waar ik vragen over had. Zonder oordeel, eerlijk en met respect voor die ander gaf jij je mening of advies. Er zijn niet veel die dat zo kunnen, jij kon het!
Groot in je hart
Je hebt een groot hart. Zoveel mensen hebben daar een plekje! Je dierbaren rondom je. Je maatje Aneke, je kinderen, je kleinkinderen, familie en zoveel fijne vrienden. Maar ook de goede doelen, de motorclubs, de vele motorvrienden, de motorrijders waar jullie samen mee op weg gingen en vele tochten maakten. En ik vergeet er volgens mij nog heel veel die allen een plekje in je hart hadden. Klaar staan voor een ander, helpen waar nodig, een arm, een knipoog, een goed gesprek, even een bakje koffie, een motortochtje en of een gekke actie die weer een lach op het gezicht van die ander toverde.
Groot in je fysieke aanwezigheid
Groots in je aanwezigheid, ook al trad je niet per se op de voorgrond. Toch was je er, werd je gezien en gehoord en was het fijn als je er was!
Een paar weken terug zei Pim nog tegen mij dat hij het jammer vond dat hij A3 en Aneke al zo lang niet had gesproken. En dan ga je weer door met het dagelijks leven. Een les van nu is om niet door te gaan maar te bellen om iets af te spreken! Ondanks dat wij elkaar lang niet hebben gezien, was je er voor Pim en mij. Je zit in ons hart en daar blijf je ook. Wij herinneren je als een baken, een anker. Als een grote knuffelbeer met die mooie ondeugende sprankel in je ogen. Als de levensgenieter die zo heerlijk genoot van koken op de camping en lekker eten met een biertje! Als de gepassioneerde motorman, die zo vertrouwd was met zijn motor, je grootste passie. Als de man van ‘ I got your back’, in de motortochten als laatste man, met Aneke voorop. Jij bent die mooie, grootse man die veel te vroeg moest gaan en nu een grote leegte achterlaat. A3 je zit in ons hart en daar blijf je wonen ook al ben je er niet meer.
Voor altijd wonen in mijn hart…
In j𝘦 𝘩𝘢𝘳𝘵 𝘸𝘰𝘯𝘦𝘯 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘥𝘢𝘢𝘳 𝘩𝘦𝘭𝘦𝘮𝘢𝘢𝘭 𝘵𝘩𝘶𝘪𝘴 𝘩𝘰𝘳𝘦𝘯 𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘥𝘢𝘢𝘳 𝘣𝘭𝘪𝘫𝘷𝘦𝘯 𝘸𝘰𝘯𝘦𝘯 𝘰𝘰𝘬 𝘢𝘭𝘴 𝘻𝘦 𝘦𝘳 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘮𝘦𝘦𝘳 𝘻𝘪𝘫𝘯.
Nᴏɢ ᴍᴀᴀʀ ᴛᴡᴇᴇ ᴊᴀᴀʀ ɢᴇʟᴇᴅᴇɴ, sʟᴏᴏᴛ ᴊɪᴊ ᴊᴇ ᴏɢᴇɴ ᴠᴏᴏʀ ᴀʟᴛɪᴊᴅ. ᴛᴡᴇᴇ ᴊᴀᴀʀ ᴠᴀɴ ᴏɴs ʟᴇᴠᴇɴ ᴡᴀᴀʀ ᴊᴇ ғʏsɪᴇᴋ ɢᴇᴇɴ ᴅᴇᴇʟ ᴠᴀɴ ᴡᴀs. ᴢᴏᴠᴇᴇʟ ᴍᴏᴏɪᴇ ᴍᴏᴍᴇɴᴛᴇɴ ᴅɪᴇ ɪᴋ ᴊᴇ ᴡᴏᴜ ᴠᴇʀᴛᴇʟʟᴇɴ ᴏғ ᴡᴀᴀʀ ɪᴋ ɢᴇᴡᴏᴏɴ ᴇᴠᴇɴ sᴀᴍᴇɴ ᴡᴏᴜ ᴢɪᴊɴ.
ᴘɪᴍ ᴇɴ ɪᴋ ᴢɪᴊɴ ɢᴇᴛʀᴏᴜᴡᴅ. ɢᴇᴡᴏᴏɴ ᴇᴠᴇɴ ᴢᴏ, ᴢᴏᴀʟs ᴡᴇ ʜᴇᴛ ᴡᴇʟ ᴇᴇɴs ᴏɴᴅᴇʀ ʜᴇᴛ ᴇᴛᴇɴ ʜᴇʙʙᴇɴ ʙᴇsᴘʀᴏᴋᴇɴ.
ᴡᴇ ʜᴇʙʙᴇɴ ᴇᴇɴ sᴄʜᴀᴛ ᴠᴀɴ ᴇᴇɴ ʜᴏɴᴅ, ʙᴏᴡɪᴇ. ʜɪᴊ ʟɪᴊᴋᴛ ɪɴ ᴢɪᴊɴ ɢᴇᴅʀᴀɢ ᴏᴘ ᴀsᴛʀᴀ ᴇɴ ʀᴏʟᴀɴᴅ. ᴘᴀᴘᴀ ʜᴀᴅ ʜᴇᴍ ɢᴇᴡᴇʟᴅɪɢ ɢᴇᴠᴏɴᴅᴇɴ. ᴊɪᴊ ᴅᴀᴀʀᴇɴᴛᴇɢᴇɴ ᴢᴏᴜ ʜᴇᴍ ᴇᴇɴ ʟɪᴇғ ᴋʟᴏᴘᴊᴇ ᴏᴘ ᴢɪᴊɴ ʜᴏᴏғᴅ ɢᴇᴠᴇɴ ᴇɴ ᴢᴇɢɢᴇɴ 'ʜɪᴊ ɪs ᴡᴇʟ ᴡᴀᴛ ᴅʀᴜᴋ'. ᴍᴀᴀʀ ᴊᴇ ʜᴀᴅ ᴍᴇᴛ ᴀʟʟᴇ ʟɪᴇғᴅᴇ ᴏᴘ ʜᴇᴍ ᴡɪʟʟᴇɴ ᴘᴀssᴇɴ.
ɪᴋ ʜᴇʙ ʟᴇᴜᴋᴇ ᴋʟᴇʀᴇɴ ɢᴇᴋᴏᴄʜᴛ, ᴅɪᴇ ɪᴋ ᴇᴠᴇɴ ʜᴀᴅ ᴡɪʟʟᴇɴ sʜᴏᴡᴇɴ.
ɢᴇᴡᴏᴏɴ ᴇᴠᴇɴ ᴇᴇɴ ʀᴏɴᴅᴊᴇ ᴛᴜɪɴ ʙɪᴊ ᴊᴏᴜ ᴏғ ᴍɪᴊ.
sᴀᴍᴇɴ ᴇᴛᴇɴ ᴢᴏɴᴅᴇʀ ᴠᴇᴇʟ ᴛᴇ ᴠᴇʀᴛᴇʟʟᴇɴ ᴍᴇᴛ ᴀʟs ᴛᴏᴇᴛᴊᴇ sʟᴀɢʀᴏᴏᴍᴠʟᴀ ᴍᴇᴛ ᴀᴀʀᴅʙᴇɪᴇɴ. ʜᴇᴛ ᴛᴏᴇᴛᴊᴇ ɪs ᴛʀᴏᴜᴡᴇɴs ғᴀᴠᴏʀɪᴇᴛ ɢᴇʙʟᴇᴠᴇɴ ᴇɴ ᴡᴏʀᴅᴛ ʜɪᴇʀ ᴢᴇᴇʀ ʀᴇɢᴇʟᴍᴀᴛɪɢ ɢᴇɢᴇᴛᴇɴ.
Pɪᴍ ᴢɪᴊɴ ɴɪᴇᴜᴡᴇ ʙᴀᴀɴ. ᴠᴀɴ ᴇᴇɴ ᴇɪɢᴇɴ ʙᴇᴅʀɪᴊғ ɴᴀᴀʀ ᴡᴇʀᴋᴇɴ ᴀʟs ᴜɪᴛᴠᴏᴇʀᴅᴇʀ ʙɪᴊ ᴇᴇɴ ɢʀᴏᴏᴛ ʙᴇᴅʀɪᴊғ ɪɴ ᴅᴇ ʙᴏᴜᴡ. ᴡᴀᴛ ᴢᴏᴜ ᴊᴇ ᴛʀᴏᴛs ᴢɪᴊɴ ᴏᴘ ʜᴏᴇ ʜɪᴊ ᴅɪᴛ ᴅᴏᴇᴛ, ɴᴇᴛ ᴢᴏᴀʟs ɪᴋ ʙᴇɴ.
ᴏɴᴢᴇ ᴢᴏᴇᴋᴛᴏᴄʜᴛ ɴᴀᴀʀ ᴇᴇɴ ɴɪᴇᴜᴡ ᴘᴀᴀʀᴅ. ᴅɪᴇ ᴡᴇ ʜᴇʙʙᴇɴ ɢᴇᴠᴏɴᴅᴇɴ ɪɴ ᴍᴏᴏɪᴇ, ʟɪᴇᴠᴇ ᴇɴ ɢᴇᴡᴇʟᴅɪɢᴇ ʜɪᴅᴅᴇ. ᴡᴀᴛ ᴇᴇɴ ᴍᴏᴏɪ ᴘᴀᴀʀᴅ ɪɴ ʜᴇᴇʟ ᴢɪᴊɴ ᴢɪᴊɴ!
Mɪᴊɴ ᴡᴇʀᴋ ʙɪᴊ ᴅᴇ ɢᴇᴍᴇᴇɴᴛᴇ ᴇɴ ɴᴜ ᴍɪᴊɴ ɴɪᴇᴜᴡᴇ ʙᴀᴀɴ. ɪᴇᴛs ᴡᴀᴀʀᴏᴠᴇʀ ɪᴋ ɴɪᴇᴛ ᴢᴏᴠᴇᴇʟ ᴠᴇʀᴛᴇʟᴅᴇ ᴇɴ ᴊᴇ ʀᴇɢᴇʟᴍᴀᴛɪɢ ᴇᴠᴇɴ ʙɪᴊ ᴘɪᴍ ᴄʜᴇᴄᴋᴛᴇ ᴏғ ʜᴇᴛ ɢᴏᴇᴅ ɢɪɴɢ.
ɢᴇᴡᴏᴏɴ ᴇᴠᴇɴ ᴅᴇ ᴀʟʟᴇᴅᴀᴀɢsᴇ ᴅɪɴɢᴇɴ, ʜᴇᴛ sᴀᴍᴇɴ ʟᴇᴠᴇɴ ᴍᴇᴛ ᴜᴘs, ᴅᴏᴡɴs ᴇɴ ᴠᴏᴏʀᴀʟ ʜᴇᴛ ɴᴏʀᴍᴀʟᴇ ɢᴀɴɢᴇᴛᴊᴇ.
ɪᴋ ᴍɪs ᴊᴏᴜ ᴇɴ ᴘᴀᴘᴀ sᴏᴍs ᴠᴇᴇʟ, sᴏᴍs ᴡᴇɪɴɪɢ ᴇɴ sᴏᴍs ᴏᴏᴋ ɴɪᴇᴛ. ᴍᴇᴇsᴛᴀʟ ᴏᴠᴇʀᴠᴀʟᴛ ʜᴇᴛ ᴍᴇ, ᴅᴏᴏʀ ᴇᴇɴ ʜᴇʀɪɴɴᴇʀɪɴɢ, ᴍᴜᴢɪᴇᴋ ᴏғ ᴅᴏᴏʀ ɪᴇᴛs ᴡᴀᴛ ɪᴋ ᴢɪᴇ ᴏғ ʀᴜɪᴋ.
Hᴇᴛ ɢᴀᴀᴛ ɢᴏᴇᴅ ᴍᴇᴛ ᴍɪᴊ, ᴍᴇᴛ ᴏɴs. ᴡᴇ ᴅᴏᴇɴ ʜᴇᴛ ɢᴏᴇᴅ. ᴍᴇᴛ ᴊᴏᴜ ᴇɴ ᴘᴀᴘ ɪɴ ᴏɴs ʜᴀʀᴛ ʟᴇᴠᴇɴ ᴡᴇ ᴏɴs ʟᴇᴠᴇɴ.
Als jij er vandaag nog zou zijn…
Als jij vandaag er nog zou zijn op de derde dinsdag in oktober…
Dan vierde je vandaag op 18 oktober je verjaardag samen met je kleindochter. Niet dat je vandaag thuis zou zijn of in Ter Apel een taartje zou eten. Daar heb je het vandaag te druk voor, want het is de derde dinsdag in oktober. Het is Zuidladermarkt.
Een traditie, een uitje, die je bij hoge uitzondering aan je voorbij liet gaan. De markt over waar de koeien en paarden staan.
Kijken, keuren, kijken en af en toe handje klap. Fascinerend vond ik dat als je dat deed. Klap en een bod, klap en tegenbod, klap een beetje erbij bod met de woorden ‘neem nu maar want hierna loop ik weg’… de handen blijven even rustig liggen… en klap … helaas geen geluk.
Niet dat ik zelf zoveel van de dieren zag. Want als ik maar even opzij keek of een paard aaide, was jij alweer verdwenen. Weg tussen de beesten door op zoek naar die ene. Nee, ik keek voornamelijk waar jij was en ik hield je goed in de gaten.
We gingen vaak met een groepje mensen. En na een gezamenlijk rondje dieren gingen we uiteen. Wij de kramen langs en naar de kermis en jij en de anderen bleven op de markt. Dan spraken we steevast om 13 uur af onder de klok om samen te eten. Broodje hamburger voor ons, karbonade of een broodje worst voor jou!
De dag eindigde ook altijd weer samen. Want we hadden nog een opdracht van thuis. Witte bol en een Zuidlaaderbol, die moesten we sowieso meenemen. Maar we kwamen ook thuis met een tas vol fruit en een doos vol snoep!
Samen werd de dag afgesloten, thuis bij ons aan de keukentafel. Ieder met een snee Zuidlaaderbol met echte boter en een snee wit met kaas.
Vandaag is het de derde dinsdag in oktober.
Ik denk terug en zie ons samen gaan. Wat genoot je toch altijd van deze dag! 🤩
Vandaag is het 18 oktober.
Van harte pap, fijne verjaardag ❤️
#trotsdatjijmijnvaderbent
#vooraltijdinmijnhart
Herdenken, ik sta stil…
Sinds ik mij kan herinneren, zijn wij stil om 20 uur, op mijn verjaardag. Misschien komt daar mijn fascinatie voor de holocaust vandaan..
of komt het door het onbegrip..
het ongeloof...
dat een mens een ander mens zo waardeloos kan vinden en zich zo boven verheven de ander voelt.
‘Fascinerend’ hoe 1 man bedacht dat er een ras superieur is. En dat dus alle andere mensen die er niet aan voldeden er niet toe doen. Wat gaat er in zo’n hoofd om?!
Voelt hij zich bedreigd door de anderen, zijn ze slimmer, ondernemender, zien ze er mooier uit, knapper, durven ze zichzelf te zijn, zijn ze rijker, krijgen ze meer liefde, aandacht, zijn ze sterker, sportiever, gezonder of?..
Onbegrijpelijk dat iemand zulke gruweldaden kon bedenken, toepassen en (laten) uitvoeren. Zelfs na al die jaren is het nog voelbaar op de plekken waar vele mensen de dood hebben gevonden.
Tijdens een bezoek aan Bergen Belsen, waar onder andere Margot en Anne Frank zijn overleden, was het muisstil. Zelfs de vogels zongen hier geen liederen, terwijl het groen van bomen en gras rijkelijk aanwezig zijn. Stilte voor de doden, stilte voor het onmenselijke onrecht.
Een paar jaar terug waren we in december in Krakau. We brachten een bezoek aan Auschwitz...
We bezochten het kamp, de stenen gebouwen waar men experimenteerde op het ‘onvolwaardige’ ras, waar gevangenen in isolatie werden gezet, waar mensen in barakken leefden in niet menswaardige omstandigheden, waar mensen het leven lieten in de gaskamers en ze als ballast werden verbrand of in massagraven werden gedumpt...
...zonder naam, zonder geslacht, zonder leeftijd, zonder respect...
We liepen daar in de vrieskou met een gure wind in onze dikke winterjas, muts, sjaal, handschoenen en gevoerde laarzen. We maakten dezelfde stappen als de mensen toen en dachten aan hun, enkel gekleed in hun blauw gestreepte ‘pyjama’ met als ze geluk hadden een pet en schoenen.
Ongeloof dat dit ‘zomaar’ kon gebeuren. Dat mensen zich aansloten, dat mensen ‘niks’ deden, dat het ons ‘zomaar’ overkwam.. fascinerend hoe mensen denken, doen en handelen.. toen en nu..
Ik kijk in de spiegel en zie mijzelf, Marina. Een mens, een vrouw, jarig, 49 jaar, hetero, met rimpelingen van het leven en met mijn goede en ook minder goede eigenschappen. Ben ik anders dan anderen? Ja, dat denk ik wel. Want een ieder is uniek, ik ook. Ben ik beter dan een ander? Ja, misschien in een aantal vaardigheden wel en in andere kwaliteiten ook weer niet.
Ben ik meer dan een ander? Nee, absoluut niet. De ander, man, vrouw, hetero, homo, wit, geel, bruin, zwart, rood, jong, middel, oudere, slimmer, minder slim, gehandicapte, minder begaafde én alle andere etiketten en hokjes die we hebben doen er toe! Ze verrijken mijn, ons leven, we leren van elkaar en we zijn allen authentiek en daardoor mooi op onze eigen manier.
Om acht uur ben ik stil, voor alle mensen die hun vrijheid hebben gegeven, voor alle mensen waarvan de vrijheid is afgenomen en voor de mensen die nog steeds niet in hun vrijheid kunnen leven.
Om acht uur gedenk ik en geef ik ze
een naam,
een geslacht,
een leeftijd,
een gezicht en
ik geef respect.
Leef en laat leven!
Wat zou ik doen als ik wist…
Wat zou ik doen als ik wist dat ik niet meer beter word?
Wat zou ik doen als ik elke dag iets van mezelf zou verliezen?
Wat zou ik doen als ik wist dat ik vandaag mijn ogen voorgoed zou sluiten?
Ik loop richting het gebouw. De deuren openen automatisch en ik ga naar binnen.
De typische geur dringt direct mijn neus binnen; het ruikt naar ziek zijn, naar ontsmetten en naar beter worden. Ik ga op zoek naar kamer 138. Ik loop door de gang en mijn ogen glijden door de kamers waarvan de deuren open zijn. Ik zie mensen tv kijken en slapen. Sommige hebben bezoek en lachen om iets wat ze horen. Ik voel mij een indringer, omdat ik kijk en gluur naar iets heel persoonlijks.
Kamer 138, ik ben er. De deur is gesloten. Ik wil hem snel openen, maar ook weer niet. Een gevoel van machteloosheid overstemt me en ik slik mijn tranen in. Ik neem een diepe zucht, leg mijn hand op de klink en duw het naar beneden. Ik stap de kamer in.
Mijn moeder kijkt mij aan. Ze zit aan tafel in een tweepersoonskamer. Haar kamergenoot is er niet. Mijn oudste zus zit tegenover haar, de middelste aan de andere kant van de tafel. Ik ben de jongste, haar leutje wicht. Die ik altijd zal blijven ook al ben ik in de 40.
In haar ogen zie ik vertwijfeling, onzekerheid en ook ongeloof. “Wat een schijtzooi he!” Zeg je tegen mij. Ik val stil en geef haar een knuffel, de tranen lopen over mijn wangen. Mijn lieve, mooie sterke mama ging met de verwachting van galstenen naar het ziekenhuis voor onderzoek en kreeg een voorlopige diagnose: galwegkanker.
Ik zou niet weten hoe ik met zo’n diagnose om zou gaan. Ik weet het niet wat ik zou doen als ik zou horen als er geen behandeling mogelijk is.
Je ligt in een ander ziekenhuisbed. Je gezicht en lichaam is geel. Het steekt nog geler af tegen het witte van je kussen en het laken. Waarom kiezen ze eigenlijk voor wit? Mensen lijken er alleen maar zieker door, schiet door mijn hoofd. Je ligt in je pyjama, iets wat je tot nu toe nog niet hebt gedaan. Want ziekenhuis of niet, je deed iedere dag je kleren aan en zorgde dat je er goed uitzag. In bed wou je niet, want zo ziek was je niet. Dus werd er in de kamer aan tafel gezeten of in het dagverblijf. En je deed waarin je zo goed bent; moeder zijn, een vriendin zijn, een luisterend oor voor iedereen, arts, verpleegkundige, de voedselbrengers, de anderen die ook in het ziekenhuis moeten blijven, met oprechte interesse en belangstelling voor die andere. Jezelf op de achtergrond want de ander heeft het zoveel slechter.
Je stemde in met de operatie want deze zou verlichting brengen. De gal zou na de operatie weg kunnen stromen en de galweg vrij zijn. Dan zou je minder geel zijn en je ook beter voelen. Ook het eten zou beter gaan. Een eerste poging via de mond onder een roesje was niet gelukt. Dus moest het vanuit je zij gebeuren onder narcose. En dat viel je zo zwaar, daarom lig je nu in bed en voel jij je ook ziek, moe en ellendig. En dat werd maar een klein beetje beter.
Ik zou niet weten wat ik zou doen als ik wist dat mijn leven zou eindigen over een paar maanden, weken…
Je mag naar huis! We zijn blij. Terug naar de omgeving waar je je gelukkig voelt, waar je nog een aantal jaren met papa samen bent geweest. Thuis aan de keukentafel, op de stoel aan het hoofdeinde met in bereik je kopje koffie en koekjestrommel met meelkoekjes. Ze kunnen niet zeggen hoe lang nog, maar we hopen op nog heel lang. Je voelt je goed, voor zover dit als goed voelt. Voor de zekerheid hebben we wel alvast samen in overleg met jou een paar voorzorgsmaatregelen getroffen. Een rollator, een stoel onder de douche en ook de thuiszorg is ingeschakeld. Je dochters zijn bij je, de hele dag. We verdelen het in dagdelen, zodat je niet alleen bent. ‘Kan dit wel meiden, hebben jullie hier tijd voor?’ Natuurlijk hebben wij hier tijd voor! Je zegt het niet direct maar we zien je wel genieten van alle aandacht.
‘Hebben we alles gezegd wat er gezegd moet worden? Heb je nog vragen?’ vraag je met zoveel liefde aan mij. Ja, ik heb alles gezegd en alles gevraagd, maar ik wil je nog even vasthouden. Eigenlijk wil ik bij je op schoot kruipen zoals toen ik klein was. Heerlijk veilig en geborgen in je armen, je handen die zachtjes mijn rug strelen en we samen heen en weer wiegen. Dat wil ik vasthouden en niet meer loslaten.
De laatste weken hebben we samen, jij, mijn zussen en ik veel gesproken over het leven, over papa, over de liefde die we hebben voor elkaar. En ook over de dood. Je was heel duidelijk over je wensen. ‘Ik wil geen lijdensweg, ik wil niet happen naar lucht of als een kasplant op bed liggen’. En dat begrijp ik heel goed. Jij supervrouw die haar hele leven hard heeft gewerkt. Samen met papa de boerderij runde, het huishouden, de boekhouding deed en voor ons zorgde. Altijd druk, altijd iets te doen. De laatste jaren zonder boerderij was je veel in de tuin, alleen daar kon je je hoofd leeg maken. Het leven was iets rustiger, maar je was nog zo vitaal en levenslustig. De regie in eigen handen, zoals je het wou. ‘Ik wil zelf bepalen wanneer het genoeg is’, dus gingen we dat regelen.
‘Wanneer is genoeg, genoeg?’ De maanden, werden slechts een paar weken. Per dag moest je meer inleveren. Niet meer zelf lopen, maar met de rollator. Niet meer zelf wassen, maar gewassen worden. Niet meer zelf uit bed gaan, maar samen opstaan. We zijn nu samen dag en nacht bij je en dat vind je zo fijn. Als we je ‘s avonds op bed brengen. Jij zittend op de rollator en wij je naar de badkamer rollen, zeg je telkens weer ‘wat ben ik toch een gezegend mens met mijn drie meiden’. Je ogen spreken trots en zoveel liefde.
De dagen worden gevuld met bezoek, mensen komen langs vaak op jouw verzoek om afscheid te nemen. Je wou nog zoveel mensen persoonlijk zien, maar helaas waren de dagen te kort. Je slaapt veel, heel veel. In je relaxstoel die we voor je hebben gekocht. Ik wil een mooie stoel en geen ‘oude mensen stoel’, zei je in het ziekenhuis. Je kreeg een mooie okergele stoel, maat S, want zo groot ben je niet, eentje waarvan de leuning naar achteren kan en je de mogelijkheid hebt om de voorkant uit te klappen zodat je kan liggen. Natuurlijk vol automatisch. En door mij getest. Een tafeltje ernaast, zodat je alles binnen handbereik hebt en heerlijke plaids om onder te kruipen.
Bezoek, slapen, bezoek, slapen, slapen. In de ochtend ben je op je best en hebben we nog mooie gesprekken. Je afscheid wordt doorgenomen. Muziek, de tekst op de kaarten, de foto’s die we op een scherm laten zien, de bedankkaart. Geheel zoals jij het wou. In die laatste weken overleed een vriendin haar moeder die jij ook goed kende. Mijn vriendin sprak zelf op haar moeders afscheid. ‘Zou jij dat ook kunnen?’ vroeg je. Ja, mama dat denk ik wel. Je hebt niet vooraf meegekregen wat mijn woorden zouden zijn, maar ik weet dat je vanaf boven trots en met veel liefde hebt geluisterd naar mijn afscheidswoorden voor jou tijdens de dienst.
Het is genoeg… we zijn allemaal samen. Je dochters, schoonzonen en kleinkinderen. We nemen afscheid. Niet voor even, maar voor altijd.. Je zegt tegen de arts ‘het is goed zo, dank je wel dat je dit voor mij wilt doen’. We staan om je bed, je drie dochters, houden je vast… en laten je gaan…
Wat zou ik doen als ik wist dat ik ongeneeslijk ben?
Wat zou ik doen als ik elke dag iets van mezelf zou verliezen?
Wat zou ik doen als ik wist dat ik vandaag mijn ogen voorgoed zou sluiten?
Ik weet het niet…
Wat ik wel weet is hoe jij het droeg en deed.
Je droeg het met kracht, zoals je leefde.
Je deed het met liefde, zoals alleen jij kon liefhebben.
Je deed het met een luisterend oor, zoals je die voor een ieder had.
Je deed het met respect, zoals je eenieder in haar waarde liet.
Ik heb diepe bewondering voor je. Hoe je je leven leidde, hoe je er altijd voor mij was en mij onvoorwaardelijk liefhad.
Ik weet niet hoe ik de dingen ga doen die nog op mijn pad gaan komen. Wat ik wel weet is dat ik het doe en wil doen met liefde, respect en kracht zoals jij het deed!